Pipetpunten

Pipetpunten zijn kegelvormige, holle plastic voorwerpen die op het uiteinde van een pipet passen om kleine hoeveelheden vloeistof netjes op te zuigen en af te geven. Samen met een pipet zorgen pipetpunten voor een luchtdichte afsluiting, zodat wetenschappers nauwkeurige hoeveelheden vloeistof van het ene vat naar het andere kunnen overbrengen. Ze zijn meestal gemaakt van polypropyleen,  eenmalig te gebruiken en verkrijgbaar in verschillende formaten en volumes voor specifieke toepassingen en pipetten.

Omdat pipetpunten in direct contact komen met het betreffende monster, kunnen ze de resultaten van een experiment aanzienlijk beïnvloeden. Door pipetpunten tussen elke experimentele stap weg te gooien, wordt kruisbesmetting voorkomen.

Steriliteit van pipetpunten verwijst naar de afwezigheid van bacteriën of levende micro-organismen of sporen, maar zonder een extra kwalificatie (zoals BioClean Ultra) kan het nog steeds verontreinigingen bevatten die van invloed kunnen zijn op de uitkomst van een experiment. Reactieomstandigheden en experimentele resultaten kunnen worden aangetast door organische en niet-organische verontreinigingen die onbewust door niet-gecertificeerde pipetpunten in vloeistofmonsters worden gebracht. Verontreinigingen kunnen nadelige, onvoorspelbare effecten hebben op enzymactiviteit en levensduur, moleculaire interactie, spectrofotometrische en chromatografische analyse en meer.

BioClean verwijst naar de uitzonderlijk hoge standaard waar alle air displacement pipetpunten van RAININ op worden getest en vrij zijn bevonden van detecteerbare hoeveelheden van specifieke biologische verontreinigingen, zoals DNA (menselijk en bacterieel), RNase, DNase, endotoxine, eiwit, protease, ATP en PCR-remmers.

BioClean Ultra-pipetpunten worden geproduceerd in een volledig geautomatiseerde, klasse 100.000 cleanroom. Om absolute zuiverheid te garanderen, worden er geen additieven of kleurstoffen gebruikt en worden ISO 9001-conforme productieprocedures gevolgd om alle externe bronnen van verontreiniging te elimineren. Van de selectie van grondstoffen tot schone productie en geautomatiseerde verpakking, de BioClean Ultra-pipetpunten van RAININ zijn zuiver en volkomen veilig.

Capillaire en piston pipetpunten, ook wel pipetpunten met zuiger genoemd, passen op positive displacement pipetten. In vergelijking met air displacement pipetten, die veel vaker voorkomen, worden positive displacement pipetten en pipetpunten aanbevolen voor het hanteren van viskeuze, dichte of andere vloeistoffen die fysiek moeilijk in en uit een pipet te verplaatsen zijn.

Waarom? Omdat de lucht in air displacement pipetten kan uitrekken en samendrukken, wat kan leiden tot meetonnauwkeurigheden bij het werken met een dikke vloeistof. Capillaire en piston pipetpunten worden gevuld door de zuiger, die zich uitstrekt tot aan de opening van de pipetpunt, waardoor de lucht tussen de vloeistof en het uiteinde van de zuiger vrijwel wordt verwijderd. Omdat er geen lucht in zit, zorgen de capillaire en piston pipetpunten voor een uitstekende nauwkeurigheid, reproduceerbaarheid en controle met viskeuze vloeistoffen. Ze worden ook aanbevolen bij het pipetteren van vluchtige organische vloeistoffen en vloeistoffen met een lage oppervlaktespanning.

Pipetpunten zijn verkrijgbaar in verschillende maten om aan de behoeften van de gebruiker te voldoen. De pipetpunt met het kleinste volume voor algemeen laboratoriumgebruik is 10 microliter, terwijl de grootste 20 milliliter is. Pipetpunten zijn taps toelopende conische vaten, meestal gemaakt van polypropyleen, waarvan de interne volumes zijn gekalibreerd om verschillende vloeistofvolumes op te zuigen, vast te houden en over te brengen tijdens verschillende analyseprocedures.

LTS-maten en filteropties van RAININ: 20 μl gefilterd en ongefilterd, 250 μl ongefilterd/200 μl gefilterd, 300 μl gefilterd en ongefilterd, 1000 μl gefilterd en ongefilterd en 1200 μl gefilterd en ongefilterd.

UNV pipetpunten van RAININ (universeel) pipetpunten maten en filteropties: 10 μl gefilterd en ongefilterd, 20 μl gefilterd, 100 μl gefilterd, 250 ongefilterd/200 μl gefilterd, 300 μl gefilterd en ongefilterd en 1000 μl gefilterd en ongefilterd.

Het verwisselen van een pipetpunt wordt bepaald door de individuele test. Om het risico op kruisbesmetting te helpen elimineren, moet na elke aspiratie-/doseercyclus een nieuwe pipetpunt worden gebruikt.

Nee, het wassen en hergebruiken van een pipetpunt wordt afgeraden. De eigenschappen van het oppervlak veranderen na bevochtiging, vooral bij organische vloeistoffen of vloeistoffen met verschillende samenstellingen. Dit verandert de vloeistofretentie en daarmee de nauwkeurigheid en precisie van het pipetteren. Ook kunnen organische vloeistoffen of bestanddelen in het polypropyleenoppervlak diffunderen en daaropvolgende vloeistoffen die in het binnenste van de punt worden gebracht, verontreinigen.