Pipetkalibratie en certificaten

Kalibratie garandeert de nauwkeurigheid van de pipet door de kwaliteit van de gedoseerde vloeistof op specifieke volume-instellingen te beoordelen. Veel verschillende factoren, zoals de gebruikte apparatuur, de kwalificatie van het personeel, de werkomgeving en specifieke processen, zijn van invloed op de betrouwbaarheid van de gebruikte metingen wanneer een pipet wordt gekalibreerd.

ISO 17025 geaccrediteerde laboratoria leveren een service van uitstekende kwaliteit. De vereisten kunnen per land enigszins variëren, maar ze richten zich allemaal op een strikt gecontroleerde werkomgeving in het lab:
 

• Temperatuur
• Vochtigheid
• Luchtdruk
• Tocht, trilling, etc.

 
Overige vereisten zijn de gepubliceerde meetonzekerheden, een gedocumenteerde examinatie van de opgeleide technici en gedocumenteerde processen.

Pipettechnici kalibreren de pipetten als volgt:
 

• Ze zuigen een specifieke hoeveelheid gedeïoniseerd water aan
• Ze meten het volume met een geavanceerde analytische balans
• Zo nodig passen ze de kalibratie aan en beoordelen ze het resultaat opnieuw

 
De consistentie van de resultaten of de nauwkeurigheid wordt berekend op basis van een standaard afwijking. Deskundige technici kunnen een zeer lage standaard afwijking handhaven, wat garandeert dat hun metingen nagenoeg identiek zijn aan de verwachte resultaten.

Volgens de internationaal erkende ISO 8655 standaard hebben pipetten met een klein volume van bijv. 2 µl of zelfs 10 µl een balans met 6 of 7 cijfers nodig. Deze balansen zijn uitermate gevoelig en zullen in een ongecontroleerde werkomgeving waarschijnlijk niet goed functioneren.

ISO 8655-6 raadt aan dat elk kanaal van een multikanaalspipet gekalibreerd wordt alsof het een individuele pipet is. Wij gebruiken MCP-balansen van METTLER TOLEDO die speciaal ontworpen zijn voor multikanaalspipetten en alle kanalen tegelijkertijd kalibreren.

Volgens ISO 8655 is het nuttige volumebereik van een pipet 10 tot 100% van nominaal. De meest gebruikte volume-instellingen volgen de ISO-norm: het nominale volume (100%), 50% van nominaal en de onderste limiet of 10% van het nominale volume (ISO 8655-6:2002 deel 7.1.1).

Volume-instellingen kunnen variëren al naar gelang de toegepaste kalibratienorm. Sommige service providers hanteren bijvoorbeeld 25% als de minimum volume-instellingen, 75% als gemiddelde en 100% als maximum. Jammer genoeg is hierdoor het gebruik van de pipet voor volume-instellingen van minder dan 25% van het nominale volume niet mogelijk.

Gezien de tijd en rompslomp die gepaard gaat met interne en externe audits, levert de documentatie het enige bewijs van compliance. Het beste soort documentatie is een kalibratiecertificaat dat is geproduceerd
door software die direct op de balans is aangesloten.

 
Deze link tussen de software en de balans is belangrijk, omdat een mogelijke menselijke ingreep in de gerapporteerde resultaten beperkt of zelfs onmogelijk wordt. De kalibratiecertificaten moeten het serienummer van de pipet vermelden, de datum van het onderhoud, de gebruikte balans, de technicus en nog veel meer.